Het fijne aan een weekendje Valencia is dat je zeker weet dat er gevoetbald wordt. Naast het traditioneel grotere Valencia CF is de stad ook het thuis van het bescheiden Levante, de kleine club die soms tot grote hoogten stijgt.
De geschiedenis van Levante is niet bijster indrukwekkend te noemen. De rood-blauwe club van Valencia speelde in haar historie vooral in de Segunda Division, iiets waar ook Faas Wilkes en Johan Cruijff geen verandering in wisten te brengen. In de 21e eeuw zijn ‘Los Granotas’ – de kikkers – er echter in geslaagd om een zekere reputatie op te bouwen. Levante speelt namelijk niet alleen op het hoogste niveau, maar is daar ook een soort reuzendoder geworden: Real Madrid en Barcelona komen al jaren met knikkende knieën naar het Estadi Ciutat de Valencia. Al kan de club – tot frustratie van haar fans – de week erop ook gewoon weer van een staartclub verliezen.
Het Estadi Ciutat de Valencia gaat al meer dan vijftig jaar mee, maar heeft recentelijk een hele ingrijpende verandering ondergaan. Alle tribunes zijn nu overdekt, een privilege dat tot voor kort alleen voor de hoofdtribune weggelegd was. Let wel, in Valencia is dat vooral ter bescherming tegen de zon en in mindere mate tegen de regen. Het is geen bijzonder stadion, naar Spaanse begrippen zelfs vrij standaard maar wel een echt voetbalstadion, met plek voor 25.000 toeschouwers. De renovatie is aan de ene kant jammer doordat de backdrop met flats hiermee wegvalt, anderzijds geeft het nieuwe dak het stadion wel iets meer iets eigens.
Op de Gol Orriols achter het doel zijn er twee vakken die aan de bovenkant twee rijen minder hebben dan de rest van het stadion, een wat gek gezicht. Het verhaal erachter is bijzonder. Van de landeigenaren rond het nieuw gebouwde stadion vertikte er één – naar verluidt een Valencia-supporter - het om mee te werken en zijn grond te verkopen, waardoor er in dit hoekje niet gebouwd kon worden en het Estadi Ciutat de Valencia een gek inhammetje kreeg.
Een hapje en een drankje haal je voor de wedstrijd bij Bar Avenida, op de Carrer de Santiago Rusiñol 26. De eigenaren zijn supporters van Levante en je bent binnen twee minuten lopen bij het stadion.
Dat Spanje een (bij)gelovig land is mag geen verrassing zijn. Zo gaat men bij Levante elk jaar voorafgaand aan de competitie met de hele selectie naar de Basilica de la Virgen de los Desamparados op de Plaça de la Virgen in hartje Valencia. De spelers brengen een offer aan de heilige maagd, hopend op weer een jaar zonder degradatiezorgen.
De beste paella van Valencia eet je volgens de kenners bij Restaurante La Pepica aan de Passeig Neptu, de boulevard. Iemand die er geen genoeg van kon krijgen was Faas Wilkes, eerst speler van Valencia en later trainer van Levante. Naar verluidt kwam de Rotterdammer hier twee keer per week eten, en ze zijn hem duidelijk nog niet vergeten: in het restaurant hangen meerdere foto’s van één van de eerste buitenlandse voetbalvedetten in Valencia.
Je kunt kaartjes voor Levante kopen op de website van de club of in één van de fanshops in de stad. Schrik niet van de prijzen, ook onderin La Liga zijn kaartjes voor het voetbal behoorlijk aan de prijs.
Het stadion ligt aan de noordrand van Valencia waardoor het met de auto goed bereikbaar is. Parkeren is echter wel een uitdaging en gebeurt in principe gewoon op straat. Beter geregeld is het openbaar vervoer, tram 6 stopt voor de hoofdingang van het stadion bij halte Estadi del Llevant. Metrostation Machado (lijn 3 en 9) ligt op tien minuten wandelen.
Beeld: Shutterstock, BSR Agency
