Sevilla is niet alleen letterlijk één van de warmste steden van Spanje, als er gevoetbald wordt kan de temperatuur er ook figuurlijk behoorlijk oplopen. Een vaak onderschatte voetbalstad, met één van de mooiste derby's van Spanje. Sevilla speelt in de wijk Nervión, in het schitterende Estadio Ramón Sánchez-Pizjuán.
Estadio Ramón Sanchez-Pizjuán
Als je de Calle Luis de Morales op loopt, moet je eigenlijk eerst even naar de bovenste verdieping van winkelcentrum Nervión Plaza lopen. Vanaf het dakterras heb je een prachtig uitzicht op de façade van één van de meest pure voetbalstadions van Spanje, het Estadio Ramón Sánchez-Pizjuán.
Een ontwerp volgens de Spaanse school, met twee ringen en alleen de hoofdtribune overdekt. Plek voor net geen 44.000 toeschouwers. Mooie rode stoeltjes met de clubnaam erin ook, maar het zijn de mensen die dit stadion écht bijzonder maken. We zijn niet met een decibelmetertje langs de Spaanse stadions gegaan, maar het zou goed kunnen dat hier het meeste geluid geproduceerd wordt. De passie van de Sevillistas maakt dat dit stadion onder je huid gaat zitten en kippenvel op je armen tovert.
El Himno del Centenario, het mooiste clublied van Europa
Het grappige is dat het niet eens het echte clublied is, maar de Himno del Centenario, (gecomponeerd voor het eeuwfeest van Sevilla in 2005) heeft deze functie in no-time overgenomen. Voor elke thuiswedstrijd wordt het prachtige lied gezongen – volledig a capella – door het hele stadion. Zorg dat je op tijd zit dus.
Het unieke mozaïek aan de hoofdtribune
De façade van de hoofdtribune van Sánchez-Pizjuán is een kunstwerk op zich. Een groot logo van Sevilla, omringd door 60 kleine vaantjes van iconische voetbalclubs van over de hele wereld. De afgelopen jaren is de buitenkant van het stadion in een nieuw jasje gegoten, maar het mozaïek gaat nooit meer weg: het is een heiligdom van Sevilla geworden.
Het tragische verhaal van Pedro Berruezo en Antonio Puerta
Twee verschillende voetballers, dezelfde club, hetzelfde tragische lot, met 34 jaar ertussen. Zowel Pedro Berruezo als Antonio Puerta zakten als spelers van Sevilla tijdens een wedstrijd in elkaar en kwamen te overlijden, respectievelijk pas 27 en 22 jaar oud. Ze zijn op de buitenkant van Sánchez-Pizjuán vereeuwigd bij de ingang van hun rugnummer, Berruezo siert poort 10, Puerta (typisch genoeg ook Spaans voor poort) bewaakt poort 16.
Hotel Meliá Lebreros
Even verderop in de Calle Luis del Morales ligt Hotel Meliá Lebreros, sinds jaar en dag het hotel waar Sevilla zich voor thuiswedstrijden voorbereidt. Hier is het voor wedstrijden altijd een behoorlijke chaos als de spelersbus naar het stadion vertrekt. Het is een stukje van nog geen 500 meter, maar lopend zouden de spelers er uren over doen.
Eten en drinken
Zeker bij een avondwedstrijd in Sánchez-Pizjuán geldt: kom vroeg! Er zijn weinig steden waar je zo veel leuke bodega's en tapasbarretjes hebt als in Sevilla, en de buurt rond het stadion is daar geen uitzondering op. Het is al lang voor de wedstrijd gezellig druk en men neemt goed de tijd om te eten en te drinken. Loop een rondje om Sánchez-Pizjuán en je komt gegarandeerd wat leuks tegen. Schrik er niet van als je nergens kunt zitten, volgens de Sevillaanse gewoonte is het heel normaal om je tapas staand te eten.
Kaartjes
Je kunt op de website van Sevilla eenvoudig kaartjes bestellen voor thuiswedstrijden. Let op, via de Engelstalige site is het niet mogelijk, dus zet de website rechts bovenin even op Spaans, dan verschijnt het kopje ‘entradas’.
Bereikbaarheid
Het Estadio Ramón Sánchez-Pizjuán ligt vrij dicht bij het centrum van de stad, en is het makkelijkst te bereiken met de metro van Sevilla. Metrostation Nervión ligt onder de kruising waar het stadion aan ligt, lijn 1 brengt je er in een paar minuten naartoe vanaf de Puerta de Jerez in hartje Sevilla. Vanaf treinstation Sevilla Santa Justa is het een kwartiertje lopen naar Sánchez-Pizjuán. Je kunt ook op de fiets gaan: overal in de stad staan ze geparkeerd, die je - na het downloaden van de Sevici-app - goedkoop kunt pakken.
Beeld: Coddou, Shutterstock, SANTOS