Boavista heeft als tweede club van Porto niet zo’n groot palmares als de grote buurman, maar is niettemin een respectabele club in Portugal. Het imposante Estádio do Bessa Seculo XXI straalt van buiten niet veel uit, maar wie naar binnen gaat wordt zeer aangenaam verrast.
Er zijn maar weinig shirts zo herkenbaar als de schaakbordachtige tenues van Boavista, de ploeg uit de gelijknamige wijk van Porto. Het mag weliswaar in de schaduw staan van FC Porto, maar heel soms weet het daar ook uit te treden. Zo zijn As Panteiras (de panters) samen met Belenenses de enige Portugese club die buiten de traditionele top drie van FC Porto, Benfica en Sporting na de oorlog landskampioen wist te worden, in 2001.
Al bijna de hele clubgeschiedenis speelt Boavista in het Estádio do Bessa, maar rond de eeuwwisseling vond er een belangrijke gedaantewisseling plaats. Voor het EK van 2004 werd de thuishaven compleet herbouwd tot het Estádio do Bessa Seculo XXI, een stadion naar de maatstaven van de 21e eeuw. Van buiten is er weinig aandacht aan het uiterlijk besteed, wat heet, zo tussen de appartementencomplexen in heb je haast niet door dat er een stadion ligt. Van binnen maakt het Estádio do Bessa echter alles goed. Stoeltjes in de clubkleuren en steile tribunes die het veld compleet ontsluiten geven het stadion met 30.000 plaatsen toch een vrij intiem karakter.
Op het voorplein van het stadion vind je een intimiderende verwijzing naar de bijnaam van de club, De Panters. Links van de hoofdingang staat een gigantische panter, ogenschijnlijk op jacht. Wie omhoogkijkt ziet bovenaan een geblokt kunstwerk een tweede panter, die hoog boven de straat uittorent.
Boavista mag dan geen enorme prijzenkast hebben, het heeft toch een alleraardigst clubmuseum in het Estádio do Bessa. Je kunt het bezoeken – en ook de kampioenstrofee van 2001 bewonderen – maar het is het alleen open op afspraak, die je op de website van de club kunt inplannen.
Het was een unieke gebeurtenis voor Boavista, maar eigenlijk voor het hele Portugese voetbal, de landstitel van de geblokte club in 2001. Met één punt voorsprong wist het stadsrivaal FC Porto achter zich te houden en mocht het naar de Aliados, de plek voor het stadhuis waar normaliter juist Porto haar landstitels viert. Boavista werd er ontvangen door de burgemeester en vertrok voor een met een bus naar de eigen buurt, waar het na een rondrit werd gehuldigd op de Praça de Mouzinho de Albuquerque, het grote plein dat in de volksmond nog altijd de Rotunda da Boavista wordt genoemd.
Boavista trekt niet bepaald de hoogste toeschouwersaantallen, maar beschikt wel over één van de grootste stadions van Portugal. Plek is er dus doorgaans genoeg, en toegangsbewijzen kun je vrij eenvoudig bestellen op de website ‘smartfan.tickets’, een overkoepelende website waar het merendeel van de Portugese clubs haar tickets via verkoopt. Als late beslisser kun je aan de kassa echter ook altijd nog wel een kaartje kopen.
Het Estádio do Bessa ligt praktisch aan de Avenida da Boavista, de verkeersader in het westen van Porto die vanuit het centrum naar de zee loopt. Parkeren is echter niet gemakkelijk, dus we raden de auto af. Het beste kun je de bus pakken (502 vanuit het centrum) of de metro nemen. Metrostation Francos ligt op tien minuten lopen van het stadion.
Beeld: BSR Agency, SANTOS
