Niet de spannendste club van Frankrijk, maar wel vaak spectaculaire wedstrijden. Helaas voor Troyes gelden ze dan wel vaak als lijdend voorwerp. Sympathiek provincieclubje, met veel mogelijkheden tot combineren met andere clubs.
Troyes AC
Van alle clubs in de Ligue 1 is dit misschien wel degene met de mooiste clubnaam: Ésperance Sportive Troyes Aube Champagne, meestal Troyes of ESTAC genoemd. De sportieve prestaties van het pas in 1986 opgerichte Troyes staan in schril contrast met de naam maar de ambities zijn groot. In 2020 streek namelijk de City Football Group neer in het zuiden van de Champagnestreek, zo’n twee uur ten oosten van Parijs.
Van Troyes een stabiele club in de Ligue 1 maken is het doel (zegt men), maar makkelijk zal dat niet worden: De afgelopen drie keer dat de club naar de hoogste Franse afdeling promoveerde vloog het er binnen een jaar weer uit. Zes degradatie en evenveel promoties in de afgelopen 20 jaar, Troyes is met recht de Franse evenknie van de Volendamse heen-en-weer.
Stade de l'Aube
Hoewel Troyes in de huidige vorm pas in 1986 werd opgericht, wordt er al sinds het begin van de 20e eeuw gevoetbald. De club van nu is eigenlijk een uitvloeisel van meer dan honderd jaar voetbal in de stad, al ging de club een aantal keer bankroet in het verleden. Al sinds 1935 wordt er gevoetbald in het Stade de l’Aube, aan de oostrand van de stad.
Het stadion aan de Avenue Robert Schumann geldt met een capaciteit van 20.400 plaatsen als één van de kleinere stadions van de Ligue 1.
Matuidi en Sidibé
Nooit vergeten waar je vandaan komt. Met dat credo kwamen Blaise Matuidi en Djibril Sidibé in 2018 in Troyes, de stad waar ze opgeleid werden en bij de lokale trots hun profdebuut maakten. Hoewel beide spelers al behoorlijk wat jaren niet meer actief waren in Troyes, was er toch een mooie redenen om terug te keren naar de stad. Beide spelers waren eerder die zomer wereldkampioen geworden met Frankrijk en werden feestelijk onthaald op het gemeentehuis aan de Place Alexandre Israël.
De halve stad was uitgelopen om de spelers en natuurlijk de meegebrachte wereldbeker te aanschouwen, trots getoond vanuit het raam linksboven de ingang. Het plein stond overvol, tot aan de draaimolen aan toe. Niet gek, aangezien Matuidi één van de uitblinkers op het WK was en Sidibé is – geboren en getogen in Troyes – een echte local hero.
Le Barrois
Troyes is geen voetbalstad waar de voetbalcultuur voor het oprapen ligt, maar wie zoekt zal vinden. Bijvoorbeeld in Le Barrois (Rue Claude Huez 7), een barretje in het centrum van de stad. Hier vind je aan de muur verschillende herinneringen aan de voetbalgeschiedenis van Troyes, met name van de voorlopers van L’ESTAC, variërend van teamfoto’s tot vaantjes en zelfs opstellingen van historische wedstrijden van de club.
Kaartjes
In Troyes hoef je niet bang te zijn dat je naast kaartjes grijpt. Daar zijn de stad en de regionale impact van de club wat te klein voor. Tegen de grote clubs is het vaak wat voller, en tegen Stade de Reims in het bijzonder, want dat is een echte derby. De Derby de la Champagne tussen beide ploegen leeft, met name in Troyes, traditioneel een kleinere club dan Reims.
Bereikbaarheid
Door de ligging aan de rand van Troyes (de stad stopt letterlijk achter het stadion) is het stadion goed bereikbaar met de auto. Rondom het stadion is voldoende parkeergelegenheid op uitgestrekte parkeerterreinen.
Met het openbaar vervoer is het stadion het best te bereiken per bus. Bus 1 rijdt vanuit de stad naar het stadion en passeert onder andere het station van Troyes en het stadscentrum. Je neemt de bus in de richting van Creney-Chataignier of Pont Sainte Marie Eureka (allebei goed) en je moet uitstappen bij halte Stade Arbouin.
Beeld: Shutterstock