Saint-Étienne is de ultieme sweat spot van veel Franse voetballiefhebbers, daterend uit de glorieuze jaren ’70. De groene recordkampioen mag tegenwoordig dan niet meer meespelen om de prijzen, haar charme bleef behouden en wie de derby tegen Lyon bezoekt in Stade Geoffroy-Guichard is daarna gegarandeerd nog twee dagen doof.
Saint-Étienne
Om te begrijpen wat Saint-Étienne voor het Franse voetbal heeft betekend, moeten we terug naar de jaren ’70, waarin Les Verts de landstitels aaneen regen en in 1976 zelfs de finale van de Europa Cup I bereikten. Die ging weliswaar verloren, maar het hele land was trots en een beetje supporter van Saint-Étienne, een echte volksclub. Bij terugkeer werd de ploeg in Parijs ontvangen door de Franse president, inclusief rijtoer over de Champs-Elysées langs duizenden supporters. Die tijden mogen dan lang vervlogen zijn, vandaag de dag is Saint-Étienne nog altijd de trotse recordkampioen en een club die om vele redenen een bezoek meer dan waard is. Allez les Verts!
Stade Geoffroy-Guichard
Het Stade Geoffroy-Guichard ligt in het noorden van Saint-Étienne aan de Rue Paul et Pierre Guichard en dat zegt alles over de oorsprong van de club. De familie Guichard richtte de Casino-supermarkten op – één van de grootste ketens van Frankrijk – en de sportclub ervan werd de Association Sportive Saint-Étienne. Het verklaart ook de groene clubkleuren, gebaseerd op de huisstijl van de supermarkten. Hoewel het stadion regelmatig gerenoveerd is, heeft het nooit ingeboet aan sfeer. Het wordt niet voor niets liefkozend ‘Le Chaudron Vert’ (Frans voor De Groene Ketel) genoemd. Wanneer de ketel kookt, begrijp je waarom uitploegen het hier vaak zo moeilijk hebben, met de grote harde kernen achter de doelen.
Groen tegen Wit: de heetste derby van Frankrijk
Saint-Étienne ligt op slechts 60 kilometer van Lyon, voor Franse begrippen een kippeneindje. De Derby du Rhône is naar onze bescheiden mening de mooiste van Frankrijk en is gegarandeerd hard tegen hard. De rauwe industriestad Saint-Étienne tegen het mondaine, cultureel rijke en grotere Lyon. Een oud-voorzitter van Saint-Étienne stelde echter dat 'in het voetbal Saint-Étienne altijd de hoofdstad en Lyon haar voorstad zal zijn.' Na de zeven titels op rij voor Lyon begin deze eeuw weten we dat zo net nog niet, maar feit is dat Saint-Étienne nog altijd drie titels meer heeft dan de gehate buurman.
Musée des Verts
Het clubmuseum van Saint-Étienne (in de hoek rechts van de hoofdingang) behoort tot de mooiste van Frankrijk. Er zijn ook maar weinig clubs met zo’n bijzondere geschiedenis als ASSE, toch blinkt de collectie uit in originaliteit. Zeg nou zelf, welk voetbalmuseum heeft de Mercedes van een speler uit de jaren ’70 binnen staan? Verder heb je uitgebreid de kans om beelden te bekijken uit de gloriejaren van Saint-Étienne. Het museum is ook op wedstrijddagen geopend en ideaal om je kennis van de club een beetje bij te spijkeren.
Le Chaudron Vert
Wil je zelfs de nacht doorbrengen in groen-witte sferen? Dat kan, Saint-Étienne heeft namelijk haar eigen hotel. Op loopafstand van het stadion (Rue des Trois Glorieuses 23) zit, aan de andere kant van de snelweg, Hotel Bar Restaurant ‘Le Chaudron Vert’. Het is feitelijk een voortvloeisel van het clubmuseum vanwege de talrijke relikwieën in de eetzaal. Alle kamers zijn in clubkleuren en voorzien van stadionfoto’s. Je kunt er ook prima een hapje eten en drinken voor de wedstrijd.
Kaartjes
Voor een thuiswedstrijd van Saint-Étienne koop je de wedstrijdkaartjes vooraf via de officiële clubsite. Ook als eenmalige bezoeker kun je aan kaartjes komen voor de derby tegen Lyon, als je er maar vroeg genoeg bij bent.
Bereikbaarheid
Vanuit het centrum pak je tram 1 tot halte Roger Rocher – Allez les Verts (op vijf minuten lopen van het stadion) of tram 3, die er iets langer over doet maar je dan wel naar halte Geoffroy Guichard – Musée des Verts pal voor de deur brengt.
Beeld: Shutterstock, BSR Agency