Buiten Frankrijk onderschat men weleens hoe groot Stade Rennais is, erbinnen bestaat er geen twijfel over dat dit een topclub is. Rennes wint zelden wat maar heeft een bijzondere identiteit, een gigantisch achterland en bovendien een mooi modern stadion.
Nergens in Frankrijk is de regionale identiteit zo belangrijk als in Bretagne, toch een beetje het Franse equivalent van Friesland. Breizh, zoals de regio in de eigen taal heet, is een eigenzinnige regio met een vlag, taal en volkslied. Ook bij Stade Rennais wordt de Bretonse identiteit gekoesterd. Sportief gezien geldt het stabiele Rennes al jaren als één van de gevaarlijkste uitdagers van de Franse topclubs. Nu willen de rood-zwarten definitief aansluiting vinden bij de Franse top, zonder daarbij de eigen identiteit uit het oog te verliezen.
Afgezien van verschillende trapveldjes in de eerste jaren speelde Stade Rennais nooit ergens anders dan hier, aan de rivier de Vilaine, in het westen van Rennes. Het Stade de la Route de Lorient, vernoemd naar de weg waar het aan ligt, is een echt voetbalstadion wat door de jaren heen gestaag met de club is meegegroeid. Tegenwoordig luistert het naar de naam Roazhon Park, waarbij Roazhon de Bretonse naam voor Rennes is. Geen hippe sponsornaam dus.
Stade Rennais heeft supporters in heel Bretagne en geldt als de belangrijkste club van de streek, iets wat ze dan ook graag uitdragen. Op de buitenmuren van het stadion prijken de hermelijnen uit de Bretonse vlag, een vlag die de supporters veelvuldig mee naar het stadion nemen. En voor elke wedstrijd klinkt in het stadion het volkslied van Bretagne, waarbij het hele stadion luidkeels meezingt. Voor mensen van buiten de regio een onmogelijke opgave overigens.
In het stadion kun je ook genieten van een traditionele galette-saucisse, een opgerold pannekoekje met een worstje erin. Je zou het de Bretonse variant op de hotdog kunnen noemen, maar het is hoe dan ook een aanrader.
Veel clubs hebben een standbeeld van een clublegende op het stadionplein staan, bij Stade Rennais doen ze dat ietsje anders. Ter ere van het 120-jarig bestaan van de club in 2021 werd er een monument onthuld voor Jean Prouff, oud-speler én de meest succesvolle trainer uit de geschiedenis van de club. De in 2008 overleden Prouff is niet staand te zien maar zittend op zijn eigen plekje op de Tribune Super U, net onder het clublogo.
In de Tribune Super U, de lange zijde aan de Rue de Lorient zit sinds enkele jaren de Galerie des Legendes, het stijlvolle museum van de club. Hier kun je de gewonnen trofeeën van Rennes bewonderen en aan verschillende interactieve activiteiten deelnemen. Je kunt het museum bezoeken in combinatie met een stadiontour.
Voor een club zo groot en oud als Stade Rennais is de prijzenkast toch wat karig gevuld. Hoewel Frankrijk al veel verschillende kampioenen kende, kwamen de Rennais nooit verder dan de derde plaats in de door corona afgebroken competitie van 2020. Maar als er wat te vieren is, gebeurt het groots. Een jaar eerder zorgde Rennes voor een daverende verrassing door in de finale van de Coupe de France het grote PSG te verslaan, waarna in Rennes een waar volksfeest losbarstte. De volgende dag dromden op de Place de la Mairie tienduizenden fans samen voor de bekerhelden die op het linkerbordes van het stadhuis de Coupe toonden.
Letterlijk in de schaduw van het Roazhon Park staat aan de Rue Moulin de Comte het opleidingsinstituut van Stade Rennais, het ETP Odorico. Dit witte gebouw is het opleidingsinstituut van de club, dat wil zeggen, alles wat niet met een bal gebeurt. Hier wonen de jeugdspelers en volgen ze onderwijs. Het instituut heeft niet de minste alumni; Sylvain Wiltord, Yoann Gourcuff en Ousmane Dembélé droomden hier op hun kamertje van een toekomst als voetballer.
Kaartjes voor thuiswedstrijden van Stade Rennais zijn makkelijk te krijgen via de officiële clubsite. Voor wedstrijden tegen rivaal FC Nantes, Paris Saint-Germain en Lorient geldt dat je er vroeg bij moet zijn, anders is het stadion al uitverkocht.
Het stadion (Rue de Lorient 111) is met de auto goed bereikbaar via de ringweg van Rennes. Neem afrit 10 (Porte de Lorient) en je ziet het Roazhon Park gelijk al liggen. Rondom het stadion zijn meerdere parkeerterreinen voor het voetbalpubliek ingericht. Geen auto tot je beschikking? Metrolijn B brengt je in enkele minuten van het stadscentrum naar station Cleunay, vanwaar het nog een kwartiertje lopen naar het stadion is.
Beeld: Shutterstock, BSR Agency
