Paris Saint-Germain mag dan niet de meest sympathieke club van Europa zijn, wij zien genoeg redenen om alsnog naar Parijs te gaan: het bij vlagen fantastische voetbal van het sterrenensemble, maar bovenal het knusse Parc des Princes en de verrassend fanatieke supporters.
Iedereen kan het rijtje Parijse publiekstrekkers zo opdreunen: Eiffeltoren, Sacre-Cœur, Champs-Elysées en Arc de Triomphe. Maar zo vanzelfsprekend als een bezoek aan het stadion in pakweg Milaan of Barcelona is, zo weinig hoor je toeristen in Parijs over de noodzaak van een stadionbezoek. Paris Saint-Germain was nooit een grote trekpleister, maar een soort eeuwig snurkende gigant. Dat is de laatste jaren veranderd met de komst van pakhuizen vol oliegeld. Eindelijk is PSG een club die eer doet aan de grandeur van de stad waar het vandaan komt. Niet de sympathiekste club, wel met de grootste sterren.
Gezien de vele investeringen die er de laatste jaren bij Paris Saint-Germain zijn gedaan is het best bijzonder dat ze nog steeds in het oude Parc des Princes spelen. Plannen voor een nieuw stadion of verhuizing naar het nabije Stade de France kwamen nooit van de grond. Het Parc is een bijzonder stadion, gevoelsmatig midden in de stad en gebouwd bovenop de onder vakantiegangers beruchte Périphérique van Parijs.
Hoewel er meer dan 47.000 mensen in passen heb je totaal niet het gevoel dat je in een stadion van formaat De Kuip of Johan Cruijff Arena zit. Het maakt dat er vaak een goede sfeer hangt, want hoe poenerig het imago van PSG mag zijn, de club staat ook bekend om haar vurige supporters. Minpuntjes: de gebrekkige beenruimte en (zeker achter de goals) de grote afstand tot het veld, maar met een beetje geluk krijg je daar wel een voetbalshowtje van Kylian Mbappé, Lionel Messi en/of Neymar voor terug.
Parijs mag dan niet de voetbalcultuur hebben van haar Britse evenknie Londen, toch is er naast Paris Saint-Germain genoeg voetbalgeschiedenis te vinden in deze stad. In voorstad Colombes bijvoorbeeld. Hier staat aan de Rue Paul Bert, het illustere Stade Olympique Yves-du-Manoir, het decor van de Olympische Spelen van 1924 en de WK-finale van 1938. In de hoogtijdagen konden er meer dan 60.000 toeschouwers in. Eén van de meest memorabele wedstrijden was die tussen het Ajax van Cruijff en Eusebio’s Benfica, een beslissingswedstrijd in de Europa Cup I van 1969. Dit maakt dat er vandaag de dag in Amsterdam mensen in een straat genaamd ‘Stade de Colombes’ wonen.
Het wordt momenteel verbouwd, maar je kunt altijd een kijkje nemen bij het Stade Bauer, al meer dan 100 jaar de thuishaven van het alternatieve clubje Red Star. Het bouwsel aan de Rue du Docteur Bauer in voorstad Saint-Ouen wordt tot de grond toe afgebroken en weer opnieuw gebouwd, op precies dezelfde plek. Tijdens de verbouwing blijft Red Star er gewoon spelen, wij hopen dat de unieke sfeer behouden blijft.
Stade de France in Saint-Denis is het op vier na grootste voetbalstadion van Europa. Voor Fransen een magische plek, want in het jaar van de oplevering, 1998, werd Frankrijk hier gelijk wereldkampioen op het WK in eigen land. Neem vanaf het Gare du Nord de RER (de Parijse regionale trein) lijn B of lijn D. Als er geen wedstrijd is zijn er stadiontours die je voeren langs de grootste gebeurtenissen in het stadion, van natuurlijk de Franse wereldtitel tot de Champions League-winst van het Barça van Rijkaard en tal van andere (sport)evenementen.
In het zuiden van Parijs ligt aan de Boulevard Kellermann het Stade Charléty, dat met name bekend is vanwege atletiekwedstrijden maar nu ook als thuishaven fungeert voor Paris FC, actief in Ligue 2. Deze club was in de jaren ’70 van vorige eeuw voorbestemd om de hoofdrol in de hoofdstad te pakken, maar zag PSG voorbijsteken. De ambitie om van Paris FC een stabiele club in de Ligue 1 te worden bestaat nog steeds en ze waren al een paar keer dicht bij promotie. Het is hoe dan ook een leuke avondbesteding op de vrijdag, wanneer Paris FC doorgaans haar thuiswedstrijden speelt.
Het mondaine Parijs is op het eerste oog niet direct een voetbalstad, maar in de buitenwijken van de stad gebeurt er niets anders. Meest bekende voorbeeld hiervan is natuurlijk Kylian Mbappé, het Franse wonderkind van PSG afkomstig uit voorstad Bondy, waar ze apetrots zijn op hun legendarische buurtgenoot. Op de zijkant van een grauwe flat aan de Rue Jules Guesde (tegenover nummer 27) vind je een muurschildering van Mbappé van tientallen meters hoog. We zien Mbappé als spelertje van het lokale AS Bondy en als grote ster van de Franse ploeg.
In het achtste arrondissement van Parijs vind je de duurste winkels en de beste restaurants van de stad. Niet ver van de Arc de Triomphe zit Giusé Trattoria, een typisch Italiaans restaurant aan de beroemde Rue du Faubourg Saint-Honoré (125). De sterren van Paris Saint-Germain komen hier met enige regelmaat langs, want het restaurant is eigendom van niemand minder dan hun Italiaanse ploeggenoot Marco Verratti.
Wie gek is op een Argentijnse steak, moet naar Volver in de Rue Dauphine, niet ver van de Notre Dame. Je bevindt je er in goed gezelschap, want de Zuid-Amerikaanse spelers van Paris Saint-Germain zijn er kind aan huis. Di María, Cavani, Lavezzi, ze kwamen er allemaal graag. De shirts aan de muur gelden als het bewijs ervan, het zaaltje boven is er bijna volledig mee behangen.
Een andere plek waar de sterren graag een hapje eten is César, vlakbij de Arc de Triomphe. Kylian Mbappé is een goede vriend van de eigenaar, zodanig dat de eigenaar enkele dagen na de WK-finale van 2018 onder toeziend oog van Mbappé zijn werk deed met de gewonnen WK-medaille om. Het is een hotspot voor voetballers, filmsterren, acteurs en andere jetset-figuren. Je begrijp het al: neem wel je portemonnee mee.
Kaarten voor thuiswedstrijden van Paris Saint-Germain zijn relatief makkelijk te bestellen via de clubwebsite, al kan het zeker voor de wat grotere affiches behoorlijk aan de prijs zijn. Wij raden een plekje op de Tribune Auteuil (waar de fanatiekste fans zitten) of de Tribune Boulogne aan. Op laatstgenoemde tribune kun je bovenin zelfs de Eiffeltoren zien.
Wie op de ringweg vanuit het noorden van de stad rijdt, heeft bij afrit Porte de Saint-Cloud ineens het stadion met zijn grote, kenmerkende vinnen in de achteruitkijkspiegel, min of meer opgeslokt door andere rijzige gebouwen. Wie geen trek heeft om met klotsende oksels aan te komen, pakt metrolijn 9, die vertrekt vanaf onder andere de Champs-Elysées en de Eiffeltoren. Vanaf halte Porte de Saint-Cloud is het slechts een paar minuutjes lopen naar het Parc des Princes.
Beeld: Shutterstock
