Een zonnig zaterdagavondbezoek aan Stade Louis II voelt als de tegenhanger van een koude, regenachtige maandagavond in Stoke. Het ideale avondprogramma na een dagje jachten kijken in de haven van Monaco. En er is altijd plek bij deze topclub.
AS Monaco, topclub met een status aparte
Er zijn maar weinig plekken die zo tot de verbeelding spreken als Monaco. De Grand Prix, het casino, de haven; het paradijselijke dwergstaatje, ingeklemd tussen Frankrijk en de Middellandse Zee, heeft een aantrekkingskracht op filmsterren, muzikanten en topsporters van over de hele wereld. Het straatbeeld vol Ferrari’s, luxueuze jachten en hoge flats tussen de rotsen maken van Monaco een unieke plek.
Dat unieke geldt ook voor AS Monaco, ontegenzeggelijk een topclub – zowel sportief als financieel – door een mix van doordacht beleid, de uitstekende jeugdopleiding en de grote aantrekkingskracht van de stadstaat op de rijken der aarde. Toch voelt het niet echt zo, door de relatief kleine achterban en het altijd leeg lijkende stadion. Toch heeft de plek waar Thierry Henry en Kylian Mbappé ontloken een bepaalde charme.
Stade Louis II
Doordat Monaco zo klein is, is het Stade Louis II, in de wijk Fontvieille, in het uiterste zuidwesten van het vorstendom, nooit ver weg. Vroeger lag het stadion direct aan zee, maar vanwege de beperkte ruimte in Monaco is er een stukje land drooggelegd. Stade Louis II gaat perfect op in de omgeving doordat de bouwstijl van het stadion erg lijkt op de flats eromheen. Wat je op tv niet ziet: het veld ligt acht meter boven straatniveau en is onderdeel van een omnisportcomplex.
Blikvangers zijn natuurlijk de negen elegante bogen die het stadion aan één kant ‘open’ houden waardoor uitzicht op de bergen of de zee mogelijk is. Grootste minpunt is de sintelbaan. Monaco heeft een rijke atletiektraditie, jaarlijks worden hier wedstrijden in de Diamond League gehouden, maar daardoor zit je bij de voetbalwedstrijden wel wat ver van het veld.
Stade Didier Deschamps
Wie buiten achter de tribune Populaires (met de bogen) staat en tien stappen van het stadion af zet, bevindt zich ineens in het Franse Cap d’Ail. Wie een trap op gaat vindt nog een voetbalveld, met een bijzondere naam: Stade Didier Deschamps. De meest succesvolle man van het Franse voetbal - wereldkampioen als speler én als trainer – woont al sinds de tijd dat hij trainer was bij AS Monaco in Cap d’Ail. Na de Franse wereldtitel in 2018 werd het stadionnetje naar de bondscoach vernoemd. Hoewel het niet veel voorstelt en er ook nauwelijks wedstrijden van importantie worden gespeeld, biedt het wel het mooiste uitzicht op de bogen van het Stade Louis II.
The Champions Promenade
Elk jaar komt het hele voetbalcircus eind augustus samen aan de Avenue Princesse Grace in Monte Carlo, in het Grimaldi Forum. Aldaar worden de UEFA Awards uitgereikt aan de beste spelers van het voorgaande seizoen én vinden de lotingen plaats van de verschillende Europese hoofdtoernooien. Sinds enkele jaren ligt achter het gebouw aan zee ‘The Champions Promenade’, een indrukwekkende walk of fame waar tal van grote voetballers hun voetafdrukken hebben achtergelaten. Van Maradona tot Zidane en zelfs de handen van Jean-Marie Pfaff.
Hossen met de prins op de Place du Palais
Midden in Monaco ligt Monaco-Ville het oudste deel van het vorstendom boven op een rots. Hier heb je een panoramisch uitzicht over de dwergstaat. Aan Place du Palais tref je ook het prinselijk paleis. Hier woont Prins Albert II, het staatshoofd én hartstochtelijk supporter van AS Monaco. In 2017 werd de selectie hier voor het laatst ontvangen toen de ploeg tegen alle verwachtingen in kampioen werd. Loop op Place du Palais linksaf richting de bomen. Daar heb je een prachtig uitzicht over Fontvieille, met Stade Louis II precies in het midden.
La Turbie
Hoog in de bergen boven Monaco stuit je op het dorpje La Turbie. Hier ligt, aan de Avenue du Cap d’Ail, het trainingscomplex van AS Monaco. Je zou het door rotsen omgeven complex nog kunnen kennen van het WK 1998 toen het Nederlands Elftal in de buurt haar basiskamp had en hier trainde.
Voetbalsterrenrestaurant Pulcinella
Aan de Rue du Portier 17 zit Pulcinella, een Italiaans restaurant wat erg in trek is bij voetballers van alle generaties. Zo kan je er Alex Ferguson, Marco van Basten en Frank Rijkaard, maar ook Ousmane Dembélé zomaar tegen het lijf lopen. Dat weten we doordat praktisch elke ruimte op de muur is volgehangen met foto’s van grootheden die hier een vorkje kwamen prikken. Het eten is er goed en – zeker voor Monegaskische begrippen – betaalbaar.
Nóg meer sportsterren in Stars 'n Bars
Wie wat wil drinken in een sportieve omgeving mag de Stars ‘n’ Bars zeker niet missen. Deze sportbar in de haven van Monaco is al door vele sporthelden bezocht, en ze hebben er vrijwel allemaal een museumstuk achtergelaten. Met name racegerelateerd, maar de bar aan de Quai Antoine 1er 8 ligt dan ook praktisch aan het Formule 1-circuit van de stad.
Kaartjes
Kaartjes voor AS Monaco zijn makkelijk te verkrijgen via de clubsite. Het is eigenlijk nooit uitverkocht, of het moet zo zijn dat de lokale trots bezig is met een legendarische Champions League-campagne, zoals in 2004 en 2017.
Bereikbaarheid
Als je op de D6007 langs het dorpje Cap d’Ail rijdt, kan je het stadion eigenlijk al niet meer missen. Zodra je grens passeert zie je het rechts van de weg al goed liggen. In het stadion zit een parkeergarage.
Geen auto tot je beschikking? Bus 4 en 6 brengen je vanaf verschillende plekken in Monaco naar het stadion, maar vanuit de haven (het centrale punt van Monaco) kun je er ook prima naartoe wandelen.
Mocht je nou echt veel geld over hebben: er gaan vanaf het vliegveld van Nice ook helikoptervluchten rechtstreeks naar het vorstendom. Binnen zeven minuten word je om de hoek van het stadion weer aan de grond gezet. Het prijskaartje? 600 euro per vlucht.
Beeld: Shutterstock