Burnley is echte een arbeidersstad in Noord-Engeland, met kleine huisjes en gevoelsmatig altijd kou en regen. De voetbalclub maakt het helemaal af: Burnley FC is een volksclub pur sang en Turf Moor een schitterend ouderwets stadion.
Er wordt weleens gezegd dat je het pure Engelse voetbal niet meer in de Premier League vindt. Veel clubs hebben een hypermodern stadion dat vol zit met toeristen en zijn vervreemd van de achterban. Of je er nou van houdt of niet, deze vlieger gaat niet op voor Burnley. De club uit Lancashire draait knap mee in de Premier League zonder idiote dingen te doen, heeft een grotendeels Engelse kern en echt veel toeristen komen er ook al niet naar het kleine stadje boven Manchester. Best gek, want een bezoek aan Turf Moor is verplichte kost voor elke liefhebber van het Engelse voetbal.
Het was een pak van het hart van veel Burnley-supporters, toen de nieuwe eigenaren van de club duidelijk maakten 'geen enkele plannen te hebben voor een nieuw stadion'. Gelukkig maar, want het zou een regelrechte schande zijn om Turf Moor te verlaten, het op één na oudste profstadion van Engeland (alleen Deepdale van buurman Preston North End is nóg ouder). Het is betrekkelijk klein, met net geen 22.000 plaatsen, maar er hangt een authentiek Engelse sfeer. Het ligt bovendien in het hart van de stad, en daarmee van de samenleving. Maar dat Turf Moor hier en daar wel een upgrade en een likje verf kan gebruiken, dat is evident.
Tipje van onze gastronomische (lees: alcoholische) commissie: Probeer in het stadion de ‘benny-and-hot’, de Noord-Franse likeur Bénédictine met heet water, typisch voor Burnley. Het werd na de Eerste Wereldoorlog meegenomen door de van het front teruggekeerde soldaten, en buiten Frankrijk wordt het nergens zoveel gedronken als in Burnley.
Je kunt er haast niet omheen als je richting het stadion loopt. Net onder het viaduct door zie je aan je rechterhand ineens een bekend gezicht in een bijzondere outfit. Het is het markante hoofd van Burnley-manager Sean Dyche, maar dan wel als een soort staatsieprortret afgebeeld als één van de oude Engelse koningen. Het is pub The Royal Dyche, de ideale plek om een goeie pint te drinken voor de wedstrijd. Wat heet, je kunt er zelfs ‘Royal Dyche Lager’ drinken.
Vroeger heette de pub ‘gewoon’ The Princess Royal, maar nadat Dyche Burnley in 2018 voor het eerst in meer dan 50 jaar naar Europees voetbal loodste besloot eigenares én seizoenkaarthoudster Justine de tent een andere naam te geven. Tot groot plezier van Sean Dyche overigens, al hoopte de roodbaardige manager zelf dat de pub tot ‘The Handsome Ginger Fella’ omgedoopt zou worden.
Achter de Jimmy McIlroy Stand ligt een plantsoen gewijd aan de club, de Turf Moor Memorial Garden. Hier is plek om hen die zijn ontvallen te gedenken, en een paar in het bijzonder. Zo heeft ‘mister Burnley’ Brian Miller hier zijn eigen monument in de vorm van een reservebank, is er een gedenkteken voor de Clarets die het leven lieten in de Eerste Wereldoorlog en binnenkort wordt er een standbeeld voor de legendarische oud-speler Jimmy McIlroy geplaatst.
Burnley is één van die clubs waar het betrekkelijk makkelijk aan kaarten komen is, voor Premier League begrippen. Even een account aan maken op de officiële website en je kunt vervolgens voor veel wedstrijden ‘gewoon’ aan kaarten komen, zelfs wanneer er grote clubs op bezoek komen. Wij raden een plekje hoog op de James Hargreaves Stand aan, van waar je een prachtig uitzicht hebt over de arbeidershuisjes van Burnley.
Het stadion van The Clarets ligt op loopafstand van het centrum van Burnley. Loop St. James’ Street richting het oosten uit, vervolg op Yorkshire Street en bij het viaduct zie je het stadion verderop al liggen.
Beeld: Shutterstock
