Het eens zo roemruchte Union Saint-Gilloise leek niet meer dan een voetnoot in de Belgische voetbalgeschiedenis geworden, maar inmiddels draait de club uit het zuiden van Brussel weer mee in de top. Op welk niveau ze ook mogen uitkomen: wat ons betreft spelen ze sowieso in het mooiste stadion van België.
Voor de echte gloriejaren van Union moeten we terug naar een ander tijdperk. Tussen 1904 en 1913 werden de Brusselaars namelijk maar liefst zeven keer landskampioen, met tien landstitels in totaal. Het maakt Union nog altijd één van de meest succesvolle Belgische clubs aller tijden, maar de meeste mensen nu kennen de club toch vooral uit de lagere klassen. Tot 2021, toen Union voor het eerst in 48 jaar weer promoveerde naar de Eerste Klasse, om daar vervolgens tot het einde van het seizoen mee te doen om de titel.
Het Joseph Marienstadion in Vorst (Brussel-Zuid) is al meer dan een eeuw de thuishaven van Union en is uniek in zijn soort. De prachtige ligging in een Brusselse buitenwijk, de monumentale hoofdtribune waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan, de bomen van het Dudenpark die boven de onoverdekte staantribune uittorenen: er is geen tweede stadion zoals dat van Union.
Voor comfort moet je niet in het Dudenpark zijn, voor nostalgie des te meer. Als je op de Brusselsesteenweg het stadion nadert valt de art-deco façade van de hoofdtribune, daterend uit 1926, direct op. Een monument op zichzelf, ook van binnen: het doet met de verschillende trofeeën en kunstwerken een beetje aan als een museum. Door de monumentale status mag er bovendien weinig veranderd worden aan het gebouw, waardoor veel elementen nog precies zo zijn als 100 jaar geleden. Dat betekent dus ook: geen stoeltjes, maar een soort houten latjes waar je zitvlees gedurende 90 minuten behoorlijk wordt getest.
Onder de hoofdtribune bevindt zich de kantine van de club, waar je voor de wedstrijd lekker een pintje kan drinken. Bovendien bevindt zich in een hoek ervan de fanshop van de club, waar je een mooi geel-blauw sjaaltje of shirtje kunt kopen.
Tegenover het stadion zit Union’s Taverne, een gezellig voetbalcafé waar het al ver voor de wedstrijd gezellig druk is. ‘Op café gaan’ kun je natuurlijk wel aan de Brusselaar overlaten. Even verderop in de straat zit ‘Chez Katy’, een café gerund door een echte Union-familie.
Als je de tijd hebt, loop dan even links om het stadion heen, het park in. Je komt stokoude kassahuisjes tegen en al gauw gaat het omhoog. Wanneer je via het park om het stadion heen loopt heb je een prachtig uitzicht over het Joseph Marienstadion en het westen van Brussel.
Op twintig minuutjes lopen ligt het Stade Adrien Bertelson, in de schaduw van concertzaal Vorst Nationaal. Hoewel er nu niet meer gevoetbald wordt, toch een klassiek stadion met een verhaal. Hier speelde namelijk jarenlang RCS La Forestoise (stamnummer 51), één van de vele Belgische clubs uit die tijd. Bovendien was er in de jaren zestig sprake van dat dit het speelstadion van de Rode Duivels zou worden, maar zo ver is het nooit gekomen. Absoluut het omrijden waard indien je van met mos begroeide terracing houdt.
Sinds de promotie is Union hartstikke populair, en raakt bijna elke wedstrijd wel uitverkocht. Op zich geen probleem, want tot die tijd kun je vrij eenvoudig je kaartjes bestellen op de clubsite. Een account aanmaken, de site in de gaten houden en klaar is Kees. Let wel, elk kaartje moet gekoppeld worden aan een uniek account, dus al je reisgezellen hebben een account nodig.
Door de ligging in een oude woonwijk is het Joseph Marienstadion wat moeilijker bereikbaar dan andere stadions, maar met name het parkeren is een probleem. We raden dan ook aan om je auto wat verder weg te zetten en de tram te pakken. Neem tram 82 en stap uit bij halte Union, van waar het nog enkele minuten lopen is naar het stadion.
Beeld: Marco Magielse
