Welkom in het Estádio Algarve, een mislukking van formaat
Vanavond sluit het Nederlands elftal de EK-kwalificatie af tegen Gibraltar in het Estádio Algarve. Een plek waar Oranje goede herinneringen aan heeft, maar die verder allesbehalve een succes is. Eigenlijk is het stadion in Faro ronduit een mislukking.
Oranje speelt de wedstrijd in het zuiden van Portugal, omdat het eigen Victoria Stadium van Gibraltar wegens verbouwing niet beschikbaar is. Vanwege de status van Gibraltar – het naburige Spanje betwist de Britse vlag in het ministaatje nog altijd ten zeerste – kunnen interlands niet in de directe omgeving worden gespeeld, en dan is de Algarve de dichtstbijzijnde optie in Europa.
Op naar Portugal dus. Langs de provinciale weg tussen Faro en Loulé prikken er ineens vier grote blauwe masten in de hemel, boven het struikgewas uit. Wie dichterbij komt treft het Estádio Algarve, gebouwd voor het EK van 2004, maar sindsdien nog maar nauwelijks van waarde gebleken. De Algarve is ook niet echt een voetbalregio. Voetbal is in Portugal traditioneel gecentreerd in en rond Lissabon, en in het noorden, rond Porto, Braga en Guimarães. Het uiterste zuiden van het land is bijzonder in trek bij vakantiegangers, maar voetbalclubs van formaat zitten er niet. Toch meende het organisatiecomité dat ook het zuiden op z’n minst één speelstadion moest krijgen. Gekozen werd er voor een locatie tussen steden Faro en Loulé. In een prachtig landschap, maar wel een beetje in niemandsland.
Toch was er één team dat er garen bij spon: het Nederlands elftal. Oranje had z’n tenten tijdens het EK van 2004 opgeslagen in Albufeira, amper een halfuur rijden van het stadion, en dus kwam het de selectie en staf niet slecht uit dat de kwartfinale in het Estádio Algarve gespeeld zou worden.
Het verhaal is bekend: in die kwartfinale wist Nederland na strafschoppen Zweden te verslaan en werd er eindelijk afgerekend met een jarenlang voortlevend penaltytrauma.
Op het EK nog het decor van drie wedstrijden, maar daarna verloor het 30.000 plaatsen tellende stadion al gauw z’n functie. De Portugese nationale ploeg speelt er nog weleens een oefenpot (bijvoorbeeld in 2013, ook tegen Nederland) of een kwalificatiewedstrijd tegen een tegenstander die te min is voor het Estádio da Luz, do Dragão of José Alvalade. Soms vinden er oefenwedstrijden plaats tussen buitenlandse profteams, want als locatie voor een trainingskamp blijft de Algarve in trek. Doorgaans ook potjes voor anderhalve man en een paardenkop, of het moest circus Al Nassr met paradepaardje Cristiano Ronaldo zijn dat in de regio neerstreek. En het lokale Louletano DC werkt er z’n wedstrijden af, maar dan heb je het ook alweer over het vierde niveau. En nu dus Gibraltar.
Voor de lokale overheid wegen de baten echter allang niet meer op tegen de kosten. De Portugese krant Expresso zocht al eens uit dat het Estádio Algarve per dag zo’n 10.000 euro kost, en dus ruim 3,6 miljoen op jaarbasis, volledig op de rekening van de gemeentes Faro en Loulé. Er wordt gezocht naar talloze mogelijkheden om het stadion toch winstgevend te maken, muziekevenementen bijvoorbeeld, en het stadion zou zelfs dienst kunnen doen als trainingslocatie voor het WK van 2030 dat Portugal mede organiseert. Maar de kans dat het op structurele basis lukt lijkt nihil. Zo was het idee leuk, een EK-stadion voor de Algarve, maar is het ronduit een mislukking gebleken, die de Portugese belastingbetaler inmiddels al tientallen miljoenen gekost heeft. Daar kunnen ook de mannen van Ronald Koeman en de goedwillende amateurs uit Gibraltar vanavond niets aan veranderen.
Beeld: Shutterstock